Jaren geleden heb ik hier een Jong NVON artikel over geschreven. Vandaag mag ik dit practicum weer geven als start van significantie in havo4. Leerlingen leren in dit practicum waarom we bij natuurkunde met significante cijfers werken.
De materialen die je nodig hebt zijn uitdeelzakjes Skittles en drie weegschalen. De weegschalen zijn verschillend in nauwkeurigheid; weegschaal A meet op de gram nauwkeurig, B op de tiende gram en C op de honderdste gram nauwkeurig.
Leerlingen wegen een Skittle op de eerste weegschaal. en rekenen hiermee uit hoeveel Skittles er in hun uitdeelzakje van 18 gram zitten. Dit herhalen ze voor de andere twee weegschalen en uiteindelijk tellen ze hoeveel Skittles er in hun zakje zitten. De vraag is dan welke weegschaal het beste resultaat geeft.
Dan leg ik klassikaal uit dat je met de eerste weegschaal eigenlijk niet mag zeggen dat er 18 Skittles inzitten maar 2,0*101 Skittles omdat de weegschaal 1 gram aangeeft. Hieronder zie je de aantekening die ik erover geef.
Disclaimer: De fabrikant is wat te scheutig, in plaats van 18 gram zitten er meer skittles in… Dus je kan de leerlingen ook eerst de hele zak laten wegen.
Hieronder vind je het materiaal dat ik gebruikt. Gebruik het, pas het aan en deel het!